KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
De bereidheid van mensen om andere mensen te helpen is vaak verbazingwekkend groot. Dat vertellen mensen bijvoorbeeld die een reis per fiets over een groot deel van de wereld hebben gemaakt. Behulpzaamheid lijkt een wijdverbreide en diepgewortelde eigenschap, van mensen uit heel veel verschillende culturen, te zijn. De onbaatzuchtige bereidheid tot het helpen van andere mensen is in feite diepgeworteld bij vele mensen rondom op de aarde. Om contact met andere mensen te maken, is het zelfs een goede methode om die mensen op de één of andere wijze om hulp te gaan vragen. Mensen die andere mensen hulp vragen, komen merkwaardig gemakkelijk met die andere mensen in contact. De nederige opstelling waarbij men andere mensen om hulp vraagt, doet blijkbaar dermate vertederend aan, dat het contact met die andere mensen daarna over het algemeen vlot zal gaan verlopen.
Zolang behulpzaamheid geen gevaarlijke consequenties heeft voor de mensen welke die hulpzaamheid vertonen, is het nog wel te begrijpen dat die mensen graag de mensen helpen die hulp nodig hebben. Echter wanneer men met het geven van hulp aan mensen zichzelf in gevaar kan brengen, wordt de situatie heel anders. Men kan dan bijvoorbeeld denken aan mensen die leven onder dictatoriale regimes. Of aan mensen die leven in een oorlogsgebied. Als men zichzelf in gevaar brengt, wanneer men andere mensen hulp biedt die strijden tegen verkeerde politieke ontwikkelingen in een maatschappij, getuigt dit welzeker van een sterke altruïstische instelling. Een instelling die dan zelfs gevaarlijk onvoorzichtig mag worden genoemd. Een dergelijke instelling ziet men zich vaak voordoen bij mensen die sterk overtuigd zijn van het bestaan van een goddelijk wezen. Een god met bovennatuurlijke vermogens, die in verband wordt gebracht met een aantal metafysische aspecten van de werkelijkheid.
Het helpen van andere mensen is jammer genoeg niet altijd even verstandig. Het hebben van een groot verantwoordelijkheidsgevoel tegenover andere mensen kan er namelijk ook toe leiden dat men al te veel 'hooi op de vork neemt'. En dat men het gevoel krijgt dat men zelden, tot nooit, wat terugkrijgt voor de eigen 'goede daden'.
Men zal er voor moeten waken dat men niet ál te behulpzaam wordt. Behulpzaamheid geeft niet alleen de ánder een goed gevoel, maar jezelf ook. Als iemand zich beter voelt door iets wat men voor die betreffende persoon heeft gedaan, is dat alleen maar goed. Maar men moet wel oppassen om niet door te gaan schieten in het aanbieden van hulp aan andere mensen. Er moet wel altijd een zekere balans blijven bestaan tussen wat men voor iemand doet en wat men van diegene terugkrijgt. Al is dat laatste slechts in woorden. Over het algemeen wordt het zondermeer als positief ervaren als men anderen helpt. Tenminste in het geval men hulp biedt aan mensen die ook echt geholpen willen worden. De ander zal in dat geval het gevoel krijgen dat men te vertrouwen is. Als men zich behulpzaam gedraagt, wordt men door anderen als mens gewaardeerd. En daar zal men dan op zeker moment zelf ook profijt van kunnen hebben. Over het algemeen wordt het als positief ervaren als men anderen helpt, tenminste als zij ook echt geholpen willen worden.
Als men echter al te zeer behulpzaam is, komt dat snel over als een betuttelende houding. De hulp die men meent te geven, zal dan als opdringerig worden ervaren. Als men altijd meent te weten wat goed is voor iemand anders en vanuit die gedachte altijd klaar staat om de ander te helpen (ook als de ander daar geen behoefte aan heeft) loopt men het risico om bijvoorbeeld te worden ervaren als: 'bezitterig'; 'bemoeizuchtig'; 'niet te ontlopen'; 'overdreven bezorgd'; 'opdringerig' en 'bekrompen'. Dat is natuurlijk juist wat men niét moet willen. In feite gaat men dan in de stoel zitten van een sociaal hulpverlener, die zich ongevraagd naar voren schuift om bepaalde (zelf uitgekozen) individuen te gaan helpen.