Zorgt het systeem van democratisch gekozen landsregeringen wel als vanzelf voor een stabiele vorm van regeringsbeleid? "Dat mag men wel hopen", zou men daar op kunnen gaan antwoorden. De meningen en inzichten van mensen kunnen extreem ver uiteen liggen. Maar het gemiddelde van al die uiteenlopende inzichten moet toch als vanzelf leiden naar een soort optimum. Een optimum van meningen en inzichten wat alleen maar goed zou kunnen zijn voor de maatschappij waarin de mensen met die meningen en inzichten leven.
Ja, dat is normaliter wel het geval. Tenminste als er zich geen grote verstorende invloeden op het stemvolk voordoen. Want door die betreffende invloeden zal er naar alle waarschijnlijkheid geen goede en weloverwogen stemkeuze meer door de mensen worden gemaakt. In een land met een op democratie gebaseerd besturingssysteem is het daarom van groot belang waakzaam te zijn voor al de invloeden die verstorend kunnen werken op het democratisch proces.
Het gaat wat de verstorende invloeden op het democratisch proces betreft, met name om de volgende factoren:
De eerste grote factor die daarbij een rol speelt, is de mate waarin de mensen, die stemrecht hebben, van betrouwbare informatie zijn voorzien. Mensen die niet goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in het land, en in heel de wereld, kunnen onmogelijk tot een weloverwogen keuze komen. Wat dat betreft schuilt er een gevaar in het feit dat de informatie die tegenwoordig tot de mensen komt zó groot is, dat deze bijna per definitie wel oppervlakkig moét zijn. Het gebruik van digitale systemen heeft de informatievoorziening van de ene kant sterk verbeterd, maar van de andere kant is het gevaar groot dat daarmee door de mensen tot weinig diepgang in de problematiek wordt gekomen.
Een andere factor is de grote invloed van het populistisch gedachtengoed op de kiezers. Door mensen slechts datgene te laten horen wat zij het liefst wíllen horen, krijgt de verkondiger van de populistische boodschap op zeer gemakkelijke wijze relatief veel, min of meer naïeve, mensen achter zich. Door het inzicht wat deze mensen op die wijze opdoen, is hun wereldbeeld zeer beperkt. Zo beperkt zelfs dat zij, wat dat betreft, niet goed weten te relativeren. En als zij daardoor vervolgens het gevoel krijgen niet goed te worden begrepen, ontstaat bij hen ook als vanzelf een gevoel van woede.
Een zeer essentiële factor is vanzelfsprekend "het wél of niét bestaan van vrije meningsuiting". Een dictatoriaal bewind kan de mensen vrijwel altijd alles wel laten kiezen wat zij zelf wil. De verkiezingen zijn onder dictatoriaal leiderschap in feite één grote farce. De reden waarom er dan tóch nog verkiezingen worden gehouden, is dat de betreffende dictator daarmee wil suggereren dat het volk achter hem staat. Zodat hij een mandaat van goedkeuring voor zijn beleid lijkt te hebben. Een middel wat bij verkiezingen onder een dictatoriaal bewind doorgaans niet wordt geschuwd, is het manipuleren van de informatie die het volk bereikt. De kiezers zijn dan oprecht van mening dat zij de juiste keuzes maken, maar hun mening is dan vanuit het bewind ingeprent. Namelijk door beïnvloeding van de informatie en van de nieuwsvoorziening.
Nog een belangrijke factor is de mate waarin de verkiezingen door de mensen au sérieux worden genomen. Als de verkiezingen door een grote groep kiezers, of door één of meerdere kandidaten, als een grol worden opgevat, kan dat het doel van de verkiezingen ernstig verstoren. Het besturen van een land is geen grap. Van de andere kant: humor is een belangrijk fenomeen. Door luchthartigheid kunnen mensen veel bereiken. Maar mensen die menen de maatschappij met grappenmakerij te kunnen besturen, kunnen moeilijk zelf au sérieux worden genomen.
Als de omstandigheden waaronder de mensen leven erg slecht zijn, kan ook door dát feit onmogelijk tot een evenwichtige verkiezingsuitslag worden gekomen. Het verbeteren van die omstandigheden, is dan voor het maken van een keuze voor de mensen zózeer leidend, dat er bij die mensen geen objectief oog kan zijn voor de andere problemen die er spelen. Een extreme verkiezingsuitslag ligt dan voor de hand. Als de economische en de sociale zekerheid onder het bestaan van de mensen wegvallen, is dat voor de betreffende mensen zo'n ingrijpende ervaring, dat het voor hen moeilijk wordt om psycho/sociaal in evenwicht te blijven.
Mensen uit een groep die vrij intensief met elkaar in contact komen, worden nogal sterk door de mening van die groep van mensen beïnvloed. Dat kan onder bepaalde omstandigheden ook nogal van invloed zijn op het stemgedrag van die mensen. Door het kuddegedrag waarvan dan sprake zal zijn, stemt de politieke keuze bij die mensen dan nogal sterk overeen met de keuze van de andere leden van de "kudde". En die keuze zou dan best eens een oversimplificatie van de regeringsproblemen en van de oplossingen daarvoor kunnen betreffen. Ook dat is een storende factor voor het democratisch proces.
Als jongeren voor het eerst gaan stemmen, zal men een min of meer tegendraads stemgedrag van hen kunnen verwachten. Een golf nieuwe kiezers verstoort dus ook het normale democratische proces waarbij meer weloverwogen tot een politieke keuze wordt gekomen. De vernieuwing van de ideeën over het regeringsbeleid van jongeren werkt overigens ook wel eens verfrissend. Mensen hebben immers gauw de neiging om hieromtrent met vastgeroeste ideeën rond te lopen.
Als mensen, zoals tegenwoordig het geval is, steeds minder de neiging krijgen om niet meer partijgebonden te stemmen, heeft ook dat een verstorende invloed op de stemkeuze. Dat komt omdat de willekeur dan een grotere rol gaat meespelen bij de stemkeuze. Binnen politieke partijen is over het algemeen immers veel meer politiek inzicht aanwezig dan welke de gemiddelde kiezer normaliter ooit zou kunnen opbouwen.
Wanneer er zich, door zich ontplooiende omstandigheden, een tendens voordoet tot het opkomen van sterke nationalistische sentimenten, kan ook dat een verstorend effect hebben op een normale verkiezingsuitslag.
Kandidaten die een innemende persoonlijkheid lijken te hebben, zullen ook een verstorende invloed op de stemkeuze veroorzaken. Mensen stemmen dan bij dergelijke kandidaten niet altijd meer vanuit de rede, maar veel meer vanuit het gevoel. Nu tegenwoordig de kandidaten, via de televisie, zo confronterend de huiskamer binnenkomen, speelt ook de persoonlijkheid van de kandidaten een grote rol bij de verkiezingen.
Goed-ogende kandidaten kunnen ook het verkiezingsproces verstoren. Voor vrouwelijke kiezers is met name ook de charme van de kandidaten van belang. Natuurlijk heeft de charme van een kandidaat weinig van doen met zijn politieke inzichten. De verleidingstrucs, die zo goed van pas komen bij het benaderen van mogelijke levenspartners, worden ook door de partijkandidaten soms met succes ingezet.
Hoe meer vakkennis mensen in hun opleiding hebben genoten, hoe minder over het algemeen in hun opleiding aandacht zal zijn geweest voor zaken die het landsbelang betreffen. Specialisten verminderen daarom eerder de kans op het verkiezen van de meest gewenste kandidaat, dan generalisten dat doen. Specialistisch opgeleiden personen zijn in verhouding tot generalistisch opgeleide personen vaak narrow-minded, hoe goed hun opleiding in hun werksituatie ook van pas zal komen.
Door bovenstaande factoren is het mogelijk dat binnen een democratie tot de verkeerde keuzes wordt gekomen. Keuzes bijvoorbeeld die de economie onnodig schade toebrengen, of die de contacten met de regeringen van de andere landen op het spel zetten.
Als men als persoon echter het geluk heeft in een democratisch bestuurd land te leven, leeft men doorgaans wel in een relatief welvarend en vredig land. Het democratisch gedachtengoed en het gevoel van vrijheid wat men daarbij ervaart, bevordert nu eenmaal het vertrouwen in het landsbestuur. En dat vertrouwen is van groot belang bij het nemen van allerlei beslissingen die voor de economie van het land van belang zijn. Maar een maatschappij die al te zeer doordrenkt is met het democratisch gedachtengoed heeft ook te maken met een hoge mate van viscositeit van het beslissingsproces.
Een grote tekortkoming van het democratisch beslissingsproces is ook dat er binnen dit proces over het algemeen teveel aandacht is voor mensen met een afwijzende of negatieve houding. Mensen die tegen een bepaald voorstel zijn, laten zich nu eenmaal veel meer en veel gemakkelijker horen, dan mensen die daar juist mee instemmen. Het formuleren van een afwijzend standpunt is nu eenmaal over het algemeen veel gemakkelijker dan het formuleren van een ondersteunend standpunt. Dat geeft de indruk dat binnen een democratie bijna geen van de ingediende voorstellen goed genoeg worden bevonden om aangenomen te kunnen worden. Men krijgt ook de sterke indruk dat binnen een democratie velen niet zozeer bezig zijn om tot de meest optimale regelingen te komen, maar juist om bezig te zijn zichzelf al foeterend hoger in de pikorde van die leefgemeenschap te doen zien belanden.
En ten aanzien van de meningsvorming binnen een grote massa van mensen, zou men kunnen zeggen dat de bedreigingen van het democratisch proces o.a. gelegen zijn in populisme; in onwetendheid; in lichtgelovigheid; in opstandigheid; in onnadenkendheid; in negativisme, en in gemakzucht. Dat gezegd hebbende, zou men echter wel een goed werkend alternatief voor het gebruikelijke democratisch systeem naar voren moeten kunnen schuiven. Dat lijkt bij eerste beschouwing een bijna onmogelijke opgave. Immers hoe zijn toch in hemelsnaam de hierboven genoemde bedreigingen van het democratisch proces op effectieve wijze te bestrijden?
Het antwoord daarop is veel minder moeilijk te geven dan men in eerste instantie zou kunnen gaan veronderstellen. Dat alternatief wordt immers in Nederland reeds lange tijd toegepast bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer. Namelijk de indirecte vorm van verkiezing van de mensen die ons daar als bevolking vertegenwoordigen. De leden van de Eerste Kamer worden, zoals bekend mag worden verondersteld, verkozen door leden van de Provinciale Staten van de verschillende provincies in Nederland. Die wijze van doen werkt in feite zo goed, dat het te gek voor woorden is dat aan die oplossing niet eerder voldoende aandacht is geschonken. In overeenstemming met de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer zouden de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal kunnen worden verkozen door de diverse leden van de onderscheidende gemeenteraden in ons land. Op die wijze vindt er een belangrijke schifting plaats in de kandidaten voor de leden van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. De bedreigingen van de democratie, zoals die in de bovenstaande alinea staan opgesomd, lijken op die wijze goeddeels te zijn geëlimineerd. Want men mag verwachten dat het gemiddelde gemeenteraadslid tot een veel meer overwogen standpunt zal komen dan de gemiddelde burger van ons land.