KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
Het zelfstandig rijdende deel van een vrachtwagenoplegger-combinatie wordt 'truck' genoemd. 'Zelfstandig' wil in dit geval zeggen dat de truck in staat is te rijden zonder wat dat betreft van de oplegger afhankelijk te zijn. Andersom werkt het dus niet. Zonder de truck kan de oplegger niet rijden. Als men zich veel op de Nederlandse autowegen bevindt, zal men verbaast zijn over de vele trucks met oplegger die zich daar iedere dag weer bevinden. Op al die trucks met oplegger die men dan waarneemt is ook een chauffeur aanwezig. Iedere truck met oplegger die men dan ziet rijden, wordt door een vrachtauto-chauffeur bereden. Dat kan moeilijk anders. Als men dat feit goed in zich laat doordringen, zal men zich realiseren dat dit een beroep is wat door erg veel mensen wordt uitgeoefend. Meestal zijn dat mannen, maar tegenwoordig ziet men ook steeds vaker vrouwelijke vrachtauto-chauffeurs. Een stoer beroep voor een vrouw, nietwaar?
Nu wil het geval dat één van onze kennissen ook vrachtwagenchauffeur is. En daardoor zijn wij wat nader betrokken geraakt met het wel en wee van een vrachtauto-chauffeur. Nu zullen de omstandigheden waaronder een vrachtauto-chauffeur moet werken niet voor iedereen gelijk zijn, maar het is heel gebruikelijk dat de mensen die dit eerzame beroep uitoefenen dagelijks heel veel uren moeten maken om hun kostje bij elkaar te scharrelen. En de concurrentie voor die mensen is groot. Dat komt vooral omdat er op het Europese wegennet ook vele buitenlandse vrachtauto-chauffeurs rijden. En die betreffende vrachtauto-chauffeurs zijn lang niet altijd gedekt door een goede CAO, of een goed arbeidscontract. Er wordt dan ook heel wat aangerommeld op de arbeidsmarkt van vrachtauto-chauffeurs. Althans dat is wat wij te horen krijgen van onze kennis, die vrachtauto-chauffeur is.
Wat die betreffende kennis van ons betreft, is het opvallend dat hij een bijzonder rustige en beheerste rijstijl heeft. Zelden krijgt hij een bekeuring voor te hard rijden en vrijwel nooit is hij bij een ongeluk betrokken. Hij heeft dan ook een buitengewoon professionele rijstijl. Het bedrijf waarvoor hij zijn diensten verricht is dan ook bijzonder content met zijn wijze van werkuitoefening.
Maar enige tijd terug maakte hij dan toch eens een auto ongeluk mee. Een auto-ongeluk waarbij hij met zijn vrachtwagen-combinatie was betrokken. Een dodelijk ongeluk zelfs. De andere chauffeur die bij dat ongeluk betrokken was, kon het niet meer navertellen. Het betrof een chauffeur van een personen-auto. Die chauffeur was op zeker moment met zijn auto als tegenligger op de weghelft van onze kennis gaan rijden. En dat in een heel overzichtelijke situatie. Een situatie waarin men in het geheel geen ongeluk zou verwachten. En die zich bijzonder onverwacht voordeed. Al met al deed dit ongeluk sterk denken aan een geval van suïcide. Misschien juist met name dáárdoor had onze kennis er emotioneel erg moeite mee. 'Had ik daar op dat moment maar niet gereden', zei hij steeds. Door het voortdurend uitspreken van dat zelfverwijt, begon het er op te lijken dan hij een psychisch probleem aan het opbouwen was. Een probleem wat er al gauw toe zou kunnen leiden dat hij zijn beroep een tijdlang niet meer zou kunnen uitoefenen.
Het werd dus hoog tijd dat daar een oplossing voor kwam. Hij moest de cirkelredenatie van gewetenswroeging op de één of anere wijze zien kwijt te raken. En dáárvoor kwam hij bij mij. Maar ik had nooit eerder met een dergelijk geval te maken gehad. Dus hoe moest ik hem nu daarin van goed advies dienen? Ik wist werkelijk niet hoe ik hem met dat probleem zou kunnen helpen. Tenminste, tot ik plotseling een inval kreeg hoe ik hem hiermee wel zou kunnen helpen.
Ik zei hem toen dat het in feite toch heel toevallig was dat die chauffeur van de personen-auto juist op zíjn truck met oplegger was gebotst. Dit terwijl er zich vele andere auto's op de weg hadden bevonden. 'De kans dat dit juist hem was overkwam', zal uiteindelijk zeer miniem zijn geweest', zei ik tegen hem. 'En ik zei hem dat wanneer hij voorafgaand aan die rit even heel kort iets anders had gedaan, dat dan dit voorval hem niet zou zijn overkomen'. Om dit grote toeval te verduidelijken, zei ik hem verder nog het volgende: 'als je bijvoorbeeld voorafgaand aan die rit even was gaan plassen, of juist toch even niet was gaan plassen, dan was jij op dat moment dat die chauffeur van de personenauto tot zijn zelfdoding was overgegaan, niet op juist dát moment op juist díe plaats op de weg aanwezig geweest. En dan was jij als vrachtauto-chauffeur niet bij dat ongeluk betrokken geweest. 'Het feit dat juist jij bij dat ongeluk betrokken bent geweest, is dan ook heel toevallig'. In feite zei ik 'je hebt allicht al meerdere malen een ongeluk misgelopen door het simpele feit dat je juist wél even later, dan wel even eerder op de betreffende plaats aanwezig was'.
In hoeverre de relativering van dit voorval hem geholpen heeft, weet ik niet goed. Maar in ieder geval is dit nooit weer opnieuw een onderwerp van gesprek geweest tussen ons. En hij heeft in die weken daarna ook normaal dóór kunnen werken.