KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
Mijn vader had samen met zijn eigen vader een veehouderijbedrijf van 30 á 35 koeien, in Friesland. In die tijd (de jaren vijftig van de twintigste eeuw) een veehouderij van aanzienlijke grootte. Op die veehouderij gebeurden voor een opgroeiende jongen heel regelmatig spannende zaken. Teveel spannende zaken om even gauw op te noemen. Maar één van de meest spannende zaken vond ik toen wel het, via de openbare weg, verweiden van onze koeien van een perceel grond op de Workumerwaard naar een perceel van ons eigen land, enkele kilometers verderop.
'Wat stelt dat nou voor?', zult u geneigd zijn te denken. Welnu, het spannende daarvan was vooral het feit dat het heel gemakkelijk mis kon gaan. Als jonge jongen was ik er dan ook graag bij aanwezig. Niet zozeer om de sensatie, maar vooral om er aan bij te dragen dat alles goed zou gaan. De hele horde koeien moest, onaangelijnd, via de openbare weg van het ene perceel land naar het andere perceel land worden geleid. Dat kon in die tijd nog vrij goed. Want er was nog betrekkelijk weinig ander verkeer op de weg.
Maar die koeien moesten wel goed de weg volgen, langs de route welke wij voor hen hadden uitgekiend. De koeien moest daarbij geen andere doelen in het zin krijgen, want dan raakten wij de leiding over die horde koeien kwijt. Ze konden bijvoorbeeld besluiten terug te gaan. Of ze konden ineens besluiten een andere afslag te nemen. Bijvoorbeeld naar een perceel land van een andere veehouder. Naar een tuinderscomplex. Naar een, aan de route gelegen, schoolplein. Of naar het mooi aangelegde erf van een grote burgerwoning. Als de horde koeien eenmaal de beslissing zou hebben genomen om een andere weg in te slaan, dan de weg die wij in onze hoofden voor haar hadden uitgestippeld, zouden wij de controle over die horde koeien goed kunnen gaan kwijtraken. Als jonge jongen had ik respect voor mijn vader en mijn opa, dat zij het aandurfden om die koeien op die manier te verweiden. Er kon immers van alles misgaan op de route naar die andere weide. Die groene weide!
Het was op een hoogzomerse dag in een lange periode van grote droogte. Er was weinig vers gras voor de koeien beschikbaar. En het vervelende daarvan was dat de melkprodutie van de koeien navenant daalde. Het verweiden van de koeien naar andere en sappiger weiden kon dan ook niet langer worden uitgesteld.
Maar hoe geleidt je een dergelijke horde koeien op dusdanige wijze over de weg dat deze zich houdt aan de route die je in gedachten hebt?
Mijn opa had daar in zijn lange leven wel ervaring mee opgedaan. Hij wist dat het daartoe van belang zou zijn om met ons paard voor de horde koeien op te gaan lopen. Onze koeien kenden dat paard heel goed, omdat het vaak samen met de koeien in dezelfde wei liep. En volgens mijn opa was de kans groot dat de koeien dan ook in een soort ganzenmars achter het paard aan zouden gaan lopen. En hij bleek voor een belangrijk deel gelijk te krijgen. De koeien volgden het paard gedwee. De koeien liepen overigens niet in een keurige rij, maar wel in een volgzame stoet, achter het paard aan. Mijn opa had het paard voor een boerenwagen gespannen, maar dat was voor de koeien geen probleem om het paard te gaan volgen. Toch weet je het met een groep koeien nooit, was onze inschatting. Ze konden zomaar opeens van de route, die wij in gedachten hadden, gaan afwijken. Daarom moest er eigenlijk bij iedere zijweg wel eentje van ons staan om een eventuele uitbraak van een aantal koeien uit de horde koeien te voorkómen. Dat was spannend, omdat er niet iedere keer bijtijds iemand van ons bij een dergelijke zijweg aanwezig kon zijn.
Samen met mijn vader was het aan mij om die eventuele zijwegen en afslagen van de weg te gaan blokkeren. Mijn vader had daartoe een bromfiets beschikbaar. Hij kon dus betrekkelijk snel acteren. En ik was op de fiets. Maar door mijn jeugdige lichaamskracht was ik daarmee wel in staat om zeer snel te acceleren. Als ik bij een zijweg vrijwel al de koeien voorbij had zien lopen, sprinte ik snel naar voren om bij de volgende zijweg de koeien te gaan keren. Mijn vader deed hetzelfde, maar dan met zijn bromfiets. Een oom van mij liep achter de horde koeien aan. Dit om de achterblijvers onder de koeien tot voortgang aan te gaan sporen.
Het was voor mij een uiterst spannende belevenis. Dit kwam omdat ik samen met mijn vader nooit zo gauw bij alle zijwegen aanwezig kon zijn. Ik zat er dan ook erg over in dat de koeien op zeker moment een zijweg in zouden gaan. En dat wij op zeker moment de controle over de kudde kwijt zouden raken. Het kon zó gemakkelijk mis gaan. Ik beelde mij dan ook in dat op zeker moment een deel van de koeien een verkeerde afslag zou gaan nemen. En dat dat deel van de koeien daarna niet goed meer tot de orde zou kunnen worden geroepen. Ik had er de voorgaande nacht best wel een hele tijd van wakker gelegen.
Maar het ging veel beter dan dat ik in mijn stoutste dromen had verwacht. Want de koeien waren hongerig. Op het droge land van de Workumerwaard hadden zij de laatste dagen maar met moeite hun magen vol kunnen vreten. Dus de koeien die wij zouden verweiden, namen gebruik van de situatie, door alvast in de bermen van de weg hun kostje bij elkaar te gaan schrapen. De horde koeien verplaatste zich dan ook veel langzamer dan ik had verwacht. En daardoor was de horde koeien door ons toch wel gemakkelijk in goede banen te leiden. Toen de koeien eenmaal gelukkig en wel in de nieuwe weide waren aangekomen, hadden zij ál met ál vrij gauw voldoende gras gegeten. Ik als jongeman had die nacht te voren niet goed beseft dat de snelheid van de horde koeien door het overvloedige bermgras flink lager zou zijn dan dit gewoonlijk is.
Alles liep goed! En de koeien deden zich tegoed aan het malse gras in deze nieuwe weide. Een weide die overigens wel van tevoren door ons met een hekwerk van stroomdraden was afgepaald. Hun ruwvoer moest in deze droge zomer noodgedwongen worden gerantsoeneerd. Iedere dag werden zij aldus naar een nieuwe strook grasland omgeweid.
Al met al was dit een hele sensatie voor een schooljongen, als ik toen was. Ik had in de verste verte niet verwacht dat alles zo voorspoedig zou verlopen als uiteindelijk het geval bleek te zijn.