KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Vloeken in de kerk

Het was een gotspe om te menen dat men tijdens een kerkdienst zijn eigen mening naar voren zou kunnen brengen, of op zijn minst om dan met de voorganger mee te kunnen praten (uiteraard pas na hier van tevoren eventueel toestemming voor te hebben gekregen). Het feit dat die mogelijkheid ons als kerkgangers niet werd geboden, heeft mij indertijd mede de ogen doen openen dat men niet op een onbevangen wijze het 'geloof' aan ons probeerde te verkondigen.

Tijdens mijn studententijd werd de eigen inbreng van ons als studenten wel op prijs gesteld. En juist daardoor wekten de lessen van onze leraren ook weinig, tot geen weerstand op. In feite geloofden wij hierdoor vrij gemakkelijk vrijwel alles wat men ons trachtte bij te brengen. Er was niets van geheimzinnigs aanwezig in de leringen die wij op school over ons heen kregen. Op zondag in de kerk werd men echter geacht zich stil te houden. En juist dat deed het wantrouwen in hetgeen men ons meende te moeten verkondigen aanwakkeren.

Nu kan men ten aanzien van het bovenstaande naar voor brengen dat voor een voorganger de omstandigheden in de kerk zich er ook niet toe lenen om met de kerkgangers in gesprek te gaan. Maar op andere momenten waren die omstandigheden wel dusdanig dat dit mogelijk zou moeten kunnen zijn. Zoals tijdens de catechisatie, of tijdens de meer informele kerkelijke bijeenkomsten. Het grote contrast tussen de situatie tijdens kerkelijke bijeenkomsten en de situatie op school (waar men juist het argumenteren stimuleerde) wakkerde bij mij het vermoeden aan dat men niet eerlijk en oprecht was in de verkondiging van 'het geloof'. Dit in grote tegenstelling tot het feit dat men ons als kerkgangers vanuit de kerk juist bijbracht om ten alle tijde wél eerlijk en oprecht te zijn.

Het in kerkelijke bijeenkomsten eerlijk en oprecht naar voren brengen van de eigen inzichten, werd zondermeer als 'vloeken in de kerk' beschouwd. Dat heb ik dus ook grotendeels vermeden. Maar dat was voor mijzelf wel een onbevredigende situatie. De angst voor tegenspraak die ik in die kerkelijke instituties aantrof, was uiteindelijk de kiem voor de beslissing om afstand van 'het geloof' te nemen. Nu bleek uiteindelijk wél dat ik daar niet erg uniek in was. Maar voor dát goed en wel tot mij was doorgedrongen, waren er wel een flink aantal jaren voorbij gegaan. Ik leek in eerste instantie de enige te zijn die dat 'geloof' in twijfel trok. En dat ik hierin naar mijn beleving een soort voortrekkersrol vervulde.

In de huidige tijd (de jaren twintig van de 21e eeuw) blijken er ineens veel meer mensen te zijn die grote twijfels hebben bij het 'christelijk geloof in een hypothetische, allesbesturende godheid'. Ik ben nu lang niet meer de enige, zo blijkt onder andere iedere keer opnieuw als wij gasten op bezoek krijgen die een nachtje bij ons blijven slapen. Vooral bij de verschillende gasten uit Noord Brabant blijkt dat gegeven een grote rol te hebben gespeeld. Want zeer frequent komt juist bij hen dit gespreksonderwerp bovendrijven. Dat gebeurt dan vaak geheel ongestuurd en dus uiterst spontaan. Het grote aantal incestgevallen wat zich jaren terug in die provincie heeft voorgedaan, heeft daar natuurlijk geen goed aan gedaan. Steeds weer komt daarbij naar voren dat dit alles plaatsvond onder het toeziend oog van de leidinggevende mensen uit de kerkelijke organisatie. Het is in de huidige tijd bijna ondenkbaar dat de kerk toen zóveel macht had, dat dit soort, voor de betrokkenen zo beschadigende voorvallen, zich dermate frequent voordeed. En dat de mensen toen zo volgzaam de leringen opvolgden die men in de kerk over zich heen kreeg.

Toch geeft het geen pas om ons wat dat betreft op de borst te kloppen, want de mensen van onze eigen generatie blijken niet veel kritischer te zijn. Ook wij geloven maar al te gemakkelijk datgene wat wij aan informatie zoal over ons heen krijgen, getuige het al te simplistische geloof in het nepnieuws wat ons via de media bereikt. Dus wij zijn over het algemeen niet zoveel beter dan de mensen in de oudheid, die zo gemakkelijk meegingen in het geloof in allerlei goden en geesten. Grote massa's mensen konden toen niet vrijelijk beschikken over allerlei schriftelijke informatie. Voor zover ze überhaupt in staat waren om die informatie tot zich te nemen. Verreweg de meesten mensen waren toen gewoonweg analfabeet. Hoe konden zij zich dan ooit een eigen mening vormen over hetgeen de mystici hen vertelden? Vergeleken met de huidige gebruikers van sociale media, die doorgaans niet analfabeet zijn, hadden de mensen het toen nog véél moeilijker in het beoordelen van de betrouwbaarheid van de informatie die op hen afkwam.